Alle mensen die ik polste, vertelden me dat de wapenstilstand geschonden was en dat de oorlog dus gewoon verder ging.
Toch dansten de kinderen in het park op hippe deuntjes.
“Voor de bewoners van Kyiv is de oorlog ver weg”, sprak Vitaliy, die op Maidan collecteerde voor het Donbass Bataljon. Vorige week waren honderd leden van zijn vrijwilligersleger neergemaaid met machinegeweren, toen de Russen een vrijgeleide veinsden.
Even verderop prevelde een jonge priester gebeden, niet alleen voor de levenden maar ook voor de doden. Hij beweerde dat de oorlog al in 1992 was begonnen, toen de kerk in Moskou de orthodoxe kerk in Kyiv weigerde te erkennen. Hij zegende me, door alle vijf zijn vingers stevig op mijn hoofd te drukken.
Twee jongens hadden iets bedacht om de oorlog dichter bij Kyiv te halen. Zij verkochten de Oekraïense vlag per strekkende meter, en rolden die uit, “van hier tot Marioepol”. Zij richtten de blik optimistisch naar de einder.