Journalist Radiomaker Schrijver Stadsgids
Portfolio

Hier vind je een overzicht van mijn werk.  Artikelen, radiodocumentaires en -reportages, boeken, blogs en mijn reisaanbod. Ik sta altijd open voor nieuwe projecten en samenwerkingen.

Joods Krakau heeft toekomstJoods Krakau heeft toekomst
Klik om het originele artikel te bekijken
Gepubliceerd in Reformatorisch Dagblad, 4 november 2015

Joods Krakau herleeft. In de beschutting van de wijk Kazimierz kijken Joden liever vooruit dan naar het verleden.

Beneden, in de verte, zoemt de stad. De najaarszon reflecteert op de daken, die uitsteken boven het roestbruine vlies van de smog. Rond de kogelronde heuvel, die is ingericht als uitkijkpunt, joggen Krakauers door de najaarszon en laat een bruidspaar zich uitvoerig fotograferen.

In de steengroeve aan de andere kant van de heuvel vreet de herfst aan de bladeren. Daar, in de angstaanjagende leegte, werden de Krakause Joden tewerkgesteld – de silo’s, waar al voor de oorlog de gewonnen kalksteen werd bewerkt, staan er nog. Duizenden mensen kwamen om in en rond het nabijgelegen concentratiekamp, of werden naar Auschwitz vervoerd, een uurtje treinen verderop.

Als je het voormalige concentratiekamp betreedt, tref je voormalige decorstukken van de film Schindler’s List aan, zoals een pad geplaveid met afgietsels van Joodse grafzerken. Regisseur Steven Spielberg filmde hier in 1993 een deel van zijn beroemde epos over Joods Krakau, waarna een stroom Holocausttoeristen Krakau overspoelde.

Bij het uitkijkpunt ontbreekt informatie over deze treurige plaats. Wel staat er, tegenover een industrieterrein, een pompeus monument uit de communistische tijd gewijd aan de slachtoffers. De plaats van het voormalige concentratiekamp is nu een natuurgebied. Het is er leeg en stil.

Plotseling klinkt er een mysterieus geluid over de daken. Het is het geluid van een hoorn - een diepe, soms schorre klank die opleeft en langzaam wegsterft. „Sorry, ik moet nog wat beter oefenen”, zegt Jonathan Ornstein met een knipoog. De directeur van het Joods Cultureel Centrum houdt een authentieke ramshoorn in zijn rechterhand; een sjofar, die Joden onder meer gebruiken om het nieuwe jaar in te luiden. Het geluid wordt versterkt door een groter exemplaar van aluminium - een kunstwerk, dat onlangs onthuld werd in de tuin van het gemeenschapshuis. ”Een roep om wederkeer”, staat er op de sokkel. „Dit is de grootste sjofar ter wereld”, zegt Ornstein. „De hoorn symboliseert de wedergeboorte van het Jodendom in Polen.”

Bloei
In Kazimierz, de voormalige Joodse wijk van Krakau, komt het Joodse leven opnieuw tot bloei. Binnen, in het cultureel centrum, is juist het sjabbatdiner begonnen. Zo’n honderd mensen doen zich te goed aan eenvoudige salades en een koosjer kipgerecht met champignons. De sfeer is vrolijk, bijna uitgelaten. De avond begint met een lied van de negentiende-eeuwse Jiddische schrijver en theatermaker Sjolem Aleichem dat iedereen meezingt, niet alleen de Poolssprekende gasten maar ook de Amerikanen en de Israëliërs.

Een van de aanwezigen bij het sjabbatdiner is Rebecca Statman, een vrouw van rond de zestig die uit Israël komt. Ze blijkt de dochter van een vrouw die Auschwitz overleefde. „Jarenlang wilde ik niet denken over een bezoek aan Europa. Maar nu durven we het weer aan”, zegt ze. Even voor zonsondergang heeft ze met haar man, een hoogleraar aan de universiteit van Haifa, de sjoel bezocht. „We werden heel vriendelijk ontvangen.”

Het cultureel centrum, dat zeven jaar bestaat, heeft 600 Joodse leden. Er is een fitnessruimte voor bejaarden, een studentenclub met vijftig leden en een kinderspeelzaal. Daarnaast is er een groep van tachtig Holocaustoverlevers die regelmatig samenkomt. Behalve het sjabbatdiner is er elk weekend ‘zondagsschool’ en organiseert het centrum conferenties en workshops.

Best bewaard
Op de vleugels van het toerisme –Krakau ontvangt 9 miljoen bezoekers per jaar– groeit de Joodse gemeenschap, niet alleen in aantal maar ook wat betreft trots. Momenteel zijn er weer enkele duizenden Joden in Krakau. Kazimierz is de „best bewaarde Joodse buurt van Europa”, zegt Jonathan Ornstein, die opgroeide in New York en sinds dertien jaar in Krakau woont. De zeven overgebleven synagogen van Krakau –de oudste dateert uit de vijftiende eeuw en de nieuwste werd rond 1900 gebouwd– zijn op loopafstand van het cultureel centrum. Op het Nieuwe Plein, het oude centrum van de Joodse buurt, worden groepen toeristen rondgeleid langs het voormalige koosjere slachthuis, waar nu de Poolse stokbroodsnack zapiekanka aan de man wordt gebracht.

„Krakau ontvangt ons goed. Logisch, ze verdienen er geld mee”, zegt rabbijn Heller uit New York. Hij is de oudste van drie mannen in lange zwarte kleding die vanaf de tramhalte de doorgaande weg oversteken. Eenmaal op de Nieuwe Joodse begraafplaats houden ze halt bij het graf van de beroemde achttiende-eeuwse chassidische rabbijn Epstein. Daar schudden hun lijven biddend heen en weer, terwijl hun echtgenoten op een afstandje toekijken. „Krakau zou wel willen dat er meer Joden terugkwamen”, zegt de rabbijn, die een nakomeling blijkt van rabbijn Epstein. „Maar dat doen we niet. Ons leven is elders.” Krakau is een van de bestemmingen op hun reis door Polen en Hongarije, waarbij ze op zoek gaan naar hun familiegeschiedenis.

Vruchten plukken
De stad plukt graag de vruchten van de hernieuwde belangstelling voor Joods Krakau. Elk jaar in juni organiseert de gemeente het Joods Cultuurfestival. Tien dagen lang bruist de wijk tot in de late uren, met een keur aan klezmermuziek en culturele activiteiten. Zoals vroeger wordt het niet, beaamt Jonathan Ornstein van het Joods Cultureel Centrum. Tijdens de Holocaust werden bijna alle 65.000 Joden van de stad vermoord. Daarna kwam het communisme, waarbij in de jaren zestig een opleving van het antisemitisme ontstond. Joden werden aangemoedigd te vertrekken, wat velen deden, vooral naar Israël.

De voormalige Joodse wijk Kazimierz raakte in verval en werd een plek voor dronkaards, zwervers en criminelen. Een van de eersten die in 1989 op onderzoek uitgingen was Uwe von Seltmann, een Duitse filmmaker die in Krakau zijn deels Joodse wortels ontdekte. „Ik durfde hier amper te komen. Mensen waarschuwden me: „Je weet nooit of je dood of levend terugkomt.” Het was één grote ruïne.”

Von Seltmann was op zoek naar het geboortehuis van een van de zonen van de stad, Mordechai Gebirtig, een arme timmerman die in de nacht Jiddische liederen schreef, waaronder het zogenoemde ”volkslied van het getto” ”S’brent” (het brandt), dat hij componeerde na een pogrom in 1936 in een nabijgelegen stadje. „Gebirtig schreef al in de jaren dertig over wat er later zou gebeuren”, zegt Von Seltmann. „Hij heeft de rampspoed voorspeld.”

Vergeten verleden
Bij alle aandacht voor het heden en de toekomst van de Joodse gemeenschap dreigt het verleden erbij in te schieten, vindt de filmmaker. „Niemand kent de beroemde Jiddische zanger meer, en dat is jammer. Het Jiddisch was hier een veelgehoorde taal, met een geschiedenis van duizend jaar. Nu zijn er maar vier of vijf Jiddischsprekende mensen overgebleven in Krakau.”

Volgens Von Seltmann, die zichzelf Jiddisch aanleerde, is de opkomst van het Joodse leven in Kazimierz vooral te danken aan het Holocausttoerisme. „Zonder Auschwitz was hier geen Joods leven.” Het herdenken en de toekomst zijn twee gescheiden werelden in Krakau, zegt hij. „Er zouden plekken in de stad moeten zijn waar het bezoek aan Auschwitz besproken en verwerkt kan worden.”

Eén ding staat volgens de Joden in Krakau als een paal boven water: ze voelen zich veilig in de stad. „Natuurlijk is er antisemitisme, zoals overal in Europa”, zegt Jonathan Ornstein. „Maar ik woon dertien jaar in Krakau en heb nooit problemen gehad.”

Mathiusz Lagosz, coördinator van de Joodse studentenclub, is het daar hartgrondig mee eens. „Mijn studiegenoten op de Technische Universiteit zien elke week foto’s van onze activiteiten op Facebook. Ze vinden het interessant. Ze weten dat Krakau een Joodse geschiedenis van duizend jaar heeft. Tegelijkertijd laat ik zien dat ik net als zij ben, ook al ben ik Joods.”

Beschermend bastion
„De wijk Kazimierz voelt als een beschermend bastion met al die synagogen”, zegt filmmaker Uwe von Seltmann. Toch maakt hij zich zorgen, met name over de overwinning van de nationalistische en conservatieve partij Recht en Rechtvaardigheid tijdens de verkiezingen van vorige week. „Dat is slecht nieuws voor minderheden. Het antisemitisme zou weer kunnen toenemen.”

Intussen werkt Von Seltmann verder aan zijn film over Mordechai Gebirtig, de beroemde Jiddische schrijver die zulke levendige liederen schreef, vlak voordat hij in 1942 door de nazi’s vermoord werd in het getto van Krakau. Sinds twee jaar is in de kelder van het huis waar Gebirtig woonde een klein museum, dat op verzoek opent voor bezoekers. „Ik ben een optimistisch mens”, zegt de filmmaker. „Ooit was Krakau het centrum van Jiddische cultuur in Europa. Ik hoop dat Krakau in de toekomst opnieuw een Joods centrum zal zijn.”

Voeg toe aan Facebook Voeg toe aan Print Page Voeg toe aan Twitter