‘De Kozakken kozen een leider - met tegenzin. Als hij na drie maanden niet al hun problemen had opgelost ging z’n kop eraf’, zei een Oekraïense schrijver me.
Maidan was slechts één oprisping van vrijheidsdrang van de Oekraïners, bedacht ik me in Vinnytsja, Midden-Oekraïne, waar president Porosjenko zijn chocolade-imperium stichtte. ‘Vraag het de strijders in het oosten. Niemand verwacht steun van de president’, sprak Dmitri minachtend; en hij ging door met geld inzamelen voor het leger. ‘Wij vechten voor onze vrijheid, niet voor de regering’, vertelden twee soldaten met verlof me in het nabijgelegen Lipovets. ‘En onze commandant moet weg, want die vertrouwen we niet.’
Vrijheid. Weg met presidenten, leiders, landheren…
Ik moest denken aan Taras Sjevtsjenko, de ‘boerenpoëet’ die zich in de negentiende eeuw ontworstelde aan zijn horigenbestaan en met zijn gedichten de Oekraïense taal volwassen maakte. Als test vroeg ik alle voorbijgangers van het Sjevtsjenko borstbeeld in Vinnytsja een gedicht van hem voor te dragen. Ze deden het zonder uitzondering uit hun hoofd.
Hoe het verder moest wist ik niet. Zien we de wording van een staat, op Europese leest geschoeid? Of is de totale anarchie nu begonnen?
Luister: een van de inwoners van Vinnytsja draagt een strofe van het gedicht 'Kaukasus' van Taras Sjevtsjenko voor. Het gedicht werd symbool van de Maidan-revolutie na de dood van de eerste demonstrant, Serhiy Nigoyan, die het enkele dagen eerder gedeclameerd had.
Vertaling:
Strijd door, en overwin!
God Zelf zal je helpen.
De waarheid en glorie is aan uw kant,
het recht en de heilige vrijheid.