Ruim honderd jaar geleden lag het West-Oekraïense stadje Kolomyja in Galicië, de meest oostelijke provincie van het Weense keizerrijk. ‘Een gouden bezetting’, noemt stadsgids Mykola die periode, terwijl hij op de Weense gevels wijst. Kolomyja was een multicultureel stadje: joden, Polen en Oekraïners woonden naast elkaar.
Na de Tweede Wereldoorlog - toen de joden waren uitgemoord en de Polen werden verbannen - kwam Kolomyja in de Sovjet-Unie te liggen. Maar de oude Europese identiteit zorgde ervoor dat de burgers van Kolomyja al in 1989 het Leninbeeld omver wierpen, nog voordat ook dit wereldrijk ineenzeeg - ‘de eerste revolutie’, noemt aardrijkskundeleraar Mykola die gebeurtenis.
De tweede revolutie was de Maidanopstand, waar Mykola aan deelnam. ‘Maidan’ verspreidde het Oekraïense patriottisme naar het oosten, en in navolging van Kolomyja verdween ook daar Leninbeeld na Leninbeeld van de pleinen.
Een tijdje geleden leidde Mykola een joodse man rond in Kolomyja, die zich als kind verscholen had in een kelder voor de nazi’s. ‘We begrepen elkaar. Verbanning en moord, dat is ook ons verhaal’, zegt Mykola, wiens moeder geboren werd nabij Przemyśl, waar de Oekraïners door de Polen en de Sovjets uit werden gebannen.
Kolomyja is Europa, vanwege de erfenis van culturele rijkdom en etnisch geweld. Oekraïners weten dat beter dan wij, en kunnen ons er honderduit over vertellen.