Onafhankelijke media staan in de kinderschoenen in Oekraïne, maar door de oorlog worden journalisten tot het uiterste getest. ‘Wij zijn soldaten in de frontlinie. Voor ons is er maar één kant van het verhaal.’
‘Toen ik in het donker in die kelder gevangen zat, deed ik de separatisten een voorstel: “Als ik nou een reportage over jullie maak, en die doorstuur naar Kiev. Dan bekijken jullie de uitzending, en mag je daarna alles doen met ons wat je wilt.” Ze weigerden.’
Met het idee nu ook de kant van de separatisten te laten zien, reisde de Oekraïense televisiejournaliste Nastia Stanko enkele weken geleden met haar geluidsman af naar het front bij Loehansk in het oosten van Oekraïne. Eerst passeerden zij de roadblocks van het Oekraïense leger, toen die van de separatisten. Daar ging het mis. De rebellen grepen het tweetal vast en duwden hen in een bus. Ze moesten plat op de grond gaan liggen, met hun neus op de vloer. ‘Jullie zijn journalisten uit een vijandig land, en ook nog van het ergste soort,’ werd hun toegeschreeuwd.
De bus vervoerde hen naar het provinciehuis van Loehansk, waar ze in een donkere kelder werden opgesloten. ‘Ze sloegen ons niet. Maar het werd beangstigend toen ze eerdere reportages van me bekeken. Ze schreeuwden dat ze me de keel af zouden snijden.’ De eerste dag kregen ze te eten en te drinken, maar de tweede en de derde dag werden zij aan hun lot overgelaten. Omdat er geen ramen waren, ontbrak het hun volledig aan besef van dag en nacht.
In de oorlog sneuvelt de waarheid als eerste. Zo ook in Oost-Oekraïne. Of het nou gaat over het neerschieten van de MH17 of het bestoken van burgerdoelen waarbij veel doden vallen, Russische en Oekraïense media vertellen een tegengesteld verhaal. Op sociale media barst het van foto’s en filmpjes met ‘bewijsmateriaal’ en overal worden ‘deskundigen’ en ‘betrokkenen’ opgevoerd, met allemaal een eigen visie op de werkelijkheid.
Voor de nog zo jonge Oekraïense onafhankelijke journalistiek is het schipperen. Breng je altijd de waarheid, ook al is dat tegen de zin van je publiek? Hoe sta je kritisch tegenover een regering die je deels zelf in het zadel hebt geholpen, en dan ook nog in tijden van oorlog? Moet je aandacht besteden aan het verhaal van de vijand?
Verschrikkelijke waarheid
Stanko, gezeten achter haar presentatiedesk, is blij dat ze het verhaal over haar gijzeling kan navertellen. De uitzending is net afgelopen; haar medewerkers doven de lampen en rollen de kabels op. De studio, op de dertiende verdieping van een gebouw in het centrum van Kiev, lijkt inderhaast ingericht. Hromadske TV begon pas afgelopen november met uitzenden, tijdens de protesten van Euromaidan. Nu de revolutie achter de rug is, probeert de zender haar onafhankelijke imago te verstevigen.
Soms gaat dat mis, zoals afgelopen week. Een onderzoeker van Human Rights Watch was uitgenodigd te spreken over het laatste rapport van de mensenrechtenorganisatie. In het verslag worden stevige noten gekraakt over het Oekraïense leger. In de dagen rond de vliegtuigcrash nabij Donetsk zouden zeker zestien burgers zijn gedood door het gebruik van ongerichte raketten. Die conclusie wilde Stanko’s collega Danilo Janevski niet horen. Hij onderbrak zijn gast hinderlijk met de vraag of zij wel wist dat er vanuit Rusland geschoten wordt op het Oekraïense leger. Toen zij daar niet op inging, kapte hij het gesprek ruw af.
De kwestie leidde niet alleen tot verontwaardiging bij internationale media, maar ook tot hevige discussies op de redactie, zegt Stanko. ‘Ik was het totaal oneens met de handelswijze van mijn collega. Als je dit soort rapporten gaat censureren, is het eind zoek. Dan verandert Oekraïne in een maatschappij die alleen de Oekraïense waarheid wil horen.’
Toch bleek het grootste deel van het publiek in te stemmen met de actie van de patriottische presentator, zegt Stanko. ‘Veel Oekraïners willen simpelweg niet horen dat het eigen leger burgers doodt. Ze vinden het moeilijk te accepteren dat het oorlog is; die verschrikkelijke waarheid drukken zij liever weg. En dus maken we melding van beschietingen, maar vertellen er niet bij dat de kans groot is dat er burgers zijn omgekomen.’
StopFake
‘Alles is anders als het oorlog is in je eigen land,’ verzucht Jevhen Fedchenko, docent en directeur van de opleiding journalistiek aan de universiteit van Kiev. Fedchenko weet waarover hij spreekt. Voordat hij docent werd, deed hij verslag van conflicten in het Midden-Oosten en in Kosovo. ‘Ik vloog ernaartoe, liet zien wat er aan de hand was, liet beide strijdende partijen aan het woord en ging weer naar huis. Maar nu worden journalisten gedwongen positie te kiezen. Ook ik.’
Tijdens de Russische invasie op de Krim ergerde Fedchenko zich samen met zijn studenten zo aan de Russische propaganda die de wereld overspoelde, dat ze besloten de Oekraïense visie op de waarheid te vertellen. Ze richtten StopFake op, een website waar verhalen in internationale media gescreend worden op ‘waar of niet waar’. Studenten journalistiek en afgestudeerden meldden zich vrijwillig aan en gingen aan de slag.
Op de homepagina is deze weken veel aandacht voor de ramp met de MH17. Werd er geplunderd tussen de wrakstukken of niet? StopFake dook in de zaak van het meisje dat zichzelf vlak na de crash op Instagram als ‘separatist’ beschreef en pronkte met ‘mascara uit Amsterdam’. De zaak zorgde voor grote verontwaardiging in Nederland. Maar Russische media beweerden dat het pure propaganda was, en dat Oekraïense media de zaak zonder te checken hadden verspreid.
En dus onderzochten Fedchenko en zijn mensen de kwestie. Eerst haalden ze het verwijderde Instagramprofiel en de Twitterpagina van het meisje boven water. Vervolgens checkten ze de claim van Russische media dat de mascara niet meer te krijgen is; een medewerker van StopFake kon de oogschaduw gemakkelijk kopen in een Nederlandse internetwinkel. ‘Ons doel was niet dit meisje opnieuw te besmeuren, maar om aan te tonen dat de Russische media in dienst staan van de separatisten,’ zegt de docent. ‘Het is een feit dat er geplunderd is op de rampplek.’
StopFake toont tientallen voorbeelden van beeldmateriaal dat in Russische media wordt ingezet om Oekraïne in diskrediet te brengen. Met behulp van online zoekprogramma’s tonen de medewerkers aan dat foto’s van vermeende burgerdoden in Oost-Oekraïne in werkelijkheid lang geleden gemaakt werden in de oorlog in Tsjetsjenië of Joegoslavië.
‘De mediaoorlog is gevaarlijker dan de letterlijke oorlogsvoering in Oost-Oekraïne,’ zegt Fedchenko. ‘Artillerie en wapens worden op bepaalde locaties ingezet en kun je misschien nog vermijden. Maar de journalistieke oorlog is een strijd om meningen en visies, die iedereen beïnvloedt. De propaganda van Rusland is een geoliede machine, voorzien van journalisten, geld en sociale mediagebruikers. Zij willen alle schuld bij Oekraïne leggen. Daar moeten wij ons tegen teweerstellen.’
Het initiatief van de school voor journalistiek wordt grotendeels gefinancierd door particuliere sponsoren. Toen bleek dat veel geldgevers uit Rusland afkomstig zijn, besloot Fedchenko naast een Engelstalige ook een Russischtalige variant van StopFake te publiceren. ‘We krijgen veel reacties uit Rusland, in de trant van “bedankt dat jullie dit doen”, en “denk alsjeblieft niet dat iedereen in Rusland gehersenspoeld is”.’
Teksten verdraaid
De plotselinge vrijlating van televisieverslaggever Nastia Stanko en haar geluidsman was volgens haar ook onderdeel van de Russische propagandamachine. Na drie dagen en nachten werd het ontvoerde tweetal uit de kelder gehaald en voor een groep Russische journalisten neergezet. ‘Ik heb niets gezegd, maar toch zag ik mezelf ’s avonds terug op de Russische televisie. Te zien was dat we op een terrasje zaten met thee en taart, dat we uitgehongerd besteld hadden na de vrijlating. De media suggereerden dat we dat hadden gekregen van de separatisten: “Zo goed werden zij verzorgd”.’
‘Soms voel ik me een soldaat die in de frontlinie van een oorlog strijdt,’ zegt Stanko, die gewoon doorgaat met haar werk in het oosten. Vorige week nog maakte ze een reportage in een stadje dat net was ‘bevrijd’ door het Oekraïense leger. De mensen waren blij dat de terreur van de separatisten afgelopen was, maar stonden ook doodsangsten uit. ‘Ze vroegen me of het waar is dat het Oekraïense leger alle mannen tussen de achttien en de vijftig jaar zal afmaken vanwege medewerking met de separatisten. Ik was geschokt dat zij dat dachten en vond het belangrijk dat verhaal te vertellen aan Oekraïens publiek.’
Een dag later zag Stanko haar eigen reportage terug op een Russisch kanaal, toen ze op reportage was in een ander Oekraïens dorp, vijftig kilometer verderop. ‘Ik was verbijsterd. Ze hadden mijn verslag bewerkt en de teksten verdraaid. Zo werd als een feit gebracht dat het Oekraïense leger inderdaad mannen vermoordt. Wat me het meest trof, was dat de mensen dit verhaal klakkeloos voor waar aannamen. Zij zien alleen maar Russische media en die geloven zij.’
Dichtbij
Voor een Oekraïense journalist is het onmogelijk om op een afstandje te blijven toekijken, blijkt uit het verhaal van Nastia Stanko. Op de redactie geldt zij als kenner van de vrijwilligersbataljons die – onder commando van het leger – tegen de separatisten vechten. Veel van haar eigen vrienden vechten mee in deze bataljons; ook haar eigen echtgenoot besloot daartoe, op de dag dat Nastia werd ontvoerd.
‘Omdat ik goed geïnformeerd ben over deze troepen, wordt me veel om informatie gevraagd. Zo kreeg ik gisteren een telefoontje van een meisje wier vriend bij zo’n bataljon vecht. Ik moest haar verschrikkelijk nieuws vertellen. Hij is met zijn tank op een mijn gereden. Er is nauwelijks meer iets van hem over,’ zegt Stanko.
Ze merkt dat de Oekraïense legerleiding regelmatig met aantallen goochelt. Zo kreeg ze afgelopen week uit verschillende bronnen te horen dat er drieëntwintig militairen waren omgekomen, maar de voorlichting meldde er slechts twaalf. ‘Op mijn Facebookpagina heb ik gezegd dat het leger daar eerlijk over moet zijn. Mensen reageerden door te zeggen dat het noemen van aantallen doden demoraliserend werkt voor militairen. Ik denk juist dat het fnuikend is voor hen als je leest dat er niets aan de hand is, terwijl je net drie dode kameraden uit het slagveld hebt moeten slepen. Patriottisme is goed, maar de waarheid is beter.’
Soms zet Stanko haar professionele houding resoluut opzij. Momenteel zamelt ze geld in voor een gewonde soldaat. Ze maakte drie keer een reportage over deze jongen, die samen met zijn vader vrijwillig meevocht. Toen hij zwaargewond raakte en bleek dat zijn vader het ziekenhuis niet kon betalen, kwam ze in actie. Inmiddels haalde ze 150.000 grivna op, omgerekend tienduizend euro. ‘Een journalist kan dit eigenlijk niet zo doen. Voor het leger zou ik nooit zo’n actie starten. Maar als ik het leven van deze jongen kan redden, is dat belangrijker dan journalistieke normen.’
Verantwoordelijkheid
‘Voor ons is er geen andere kant van het verhaal,’ zegt Fedchenko resoluut. ‘Ik noem de separatisten geen lokale opstandelingen, en vertel niet dat zij vechten voor onafhankelijkheid, de Russische taal of religieuze rechten. Dat is simpelweg niet wat er aan de hand is. De oorlog wordt grotendeels gevoerd door huurlingen uit buitenland, die de lokale bevolking terroriseren.’
De docent zegt dat hij vanaf nu journalisten anders gaat opleiden. ‘Alles wat ik ooit aan mijn studenten leerde over internationale conflicten is waardeloos. De laatste maanden tonen de essentiële rol die journalisten spelen. Je draagt heel veel verantwoordelijkheid. Je moet openstaan voor kritische vragen: aan welke kant sta je, vanuit welke waarden leef je, hoe ga je om met propaganda van je eigen overheid?’
Probleem is volgens Fedchenko het gebrek aan journalistieke traditie in Oekraïne. Media zijn altijd onderdeel geweest van de Partij; in de Sovjettijd was er alleen maar propaganda. ‘Wij hebben hier nauwelijks ervaring met onafhankelijke journalistiek; er is niets om op voort te bouwen. Hromadske TV heeft de mogelijkheid een nieuwe manier van journalistiek te bedrijven. Maar daarbij zullen fouten gemaakt worden. Zeker nu het oorlog is.’
Opnieuw krijgt Nastia Stanko een telefoontje. Het is de politieman in Loehansk, die hielp met onderhandelen over haar vrijlating. ‘Hij vraagt me wanneer we weer komen, want de situatie in Loehansk is ten hemel schreiend. Er vallen veel doden en gewonden, maar er is geen enkele journalist. Het probleem is dat de redactie me niet meer wil laten gaan.’
KADER: Hromadske TV en de media
Hromadske TV is een internetzender. Het is een burgerinitiatief van een groep televisiejournalisten, die vorig jaar uit protest tegen censuur opstapten bij een ander tv-kanaal. De eerste uitzending was tijdens de eerste dagen van de protestbeweging Euromaidan, toen president Janoekovitsj geweigerd had een samenwerkingsverdrag met Europa te tekenen.
De eerste dagen zond de zender simpelweg livestreams uit van de protesten, iets wat de staatszender vertikten. Op sommige momenten trok Hromadske meer kijkers dan de gevestigde televisiemedia, een ware sensatie in Oekraïne. Nu de revolutie achter de rug is focust de zender zich op de politieke besluitvorming van de nieuwe regering. De losse en informele presenteerstijl bleven. De medewerkers zijn veelal piepjong.
De regering mag dan veranderd zijn, het systeem is dat niet. Nog steeds bepaalt de regering wat er uitgezonden wordt op de staatsmedia. De grote commerciële media zijn in handen van oligarchen; leiders van grote bedrijven met banden met de politiek. Ook de huidige president Porosjenko, eigenaar van chocoladefabriek Rozhen, heeft een eigen kanaal: Kanaal 5, een grote zender in Oekraïne.
Journalisten zijn over het algemeen spreekbuizen van de eigenaar; zij kunnen niets doen wat de bedrijfsbelangen schaadt of politieke kansen verkleint. Daarmee verloor de media de afgelopen jaren het vertrouwen van het publiek, wat vaak gedesinformeerd achterbleef. Hromadske TV wordt grotendeels betaald door crowdfunding, financiering door het publiek en particuliere investeerders.