Journalist Radiomaker Schrijver Stadsgids
Portfolio

Hier vind je een overzicht van mijn werk.  Artikelen, radiodocumentaires en -reportages, boeken, blogs en mijn reisaanbod. Ik sta altijd open voor nieuwe projecten en samenwerkingen.

De Oekraïense Florence NightingaleDe Oekraïense Florence Nightingale
Klik om het originele artikel te bekijken
Gepubliceerd in Vrij Nederland, 11 oktober 2014

VRIJWILLIGSTER VICTORIA | HOOP IN DE OORLOG

DE OEKRAÏENSE FLORENCE NIGHTINGALE

‘Mama Viki’ noemen de gewonde Oekraïense soldaten haar. Vrijwilligster Victoria Milutina probeert hoop te houden in een uitzichtloze oorlog. ‘Als zij het niet doet, doet niemand het.’

TEKST MICHIEL DRIEBERGEN FOTO’S YAKOV LYASHENKO

‘Anton was een van de eerste gewonden die bij ons binnen werden gebracht. Zijn heup was verwoest door een granaatscherf. Drie maanden verbleef hij in het ziekenhuis. Na een tijdje wist ik wat hij wel en niet lekker vond. Zo hield hij niet van lever, wat gewonde soldaten echt moeten eten om rode bloedcellen aan te maken. “Ik lust dat niet,” zei hij, als een kleine jongen. Dat ontroerde me.’
Met een doos vol katheters loopt Victoria Milutina langs de verschillende afdelingen van het militaire ziekenhuis in het Oost-Oekraïense Charkov. Het hoofd van de Intensive Care onderbreekt speciaal voor haar een operatie om instrumenten voor hersenchirurgie in ontvangst te nemen. ‘Uitstekend spul, komt uit Duitsland,’ zegt Victoria. ‘Heeft u nog meer nodig?’
De gewonde soldaten op de ziekenzaal veren op van de komst van Victoria, blij met het pak sinaasappelsap of de ondersteek die ze hun overhandigt, en vanwege de tijd die ze voor hen neemt. ‘Dit zijn piepjonge jongens,’ zegt een van de dokters. ‘Zij komen plotseling in een oorlog terecht, raken gewond en liggen nu ver van huis hun leven te overdenken. Zij hebben warmte en begrip nodig. Voor hen is Victoria een moederfiguur.’

Gebrek aan alles
‘Mama Viki’, zoals de gewonde soldaten Victoria noemen, bezoekt het ziekenhuis zeker twee keer per dag. In het dagelijks leven – dat ondertussen gewoon doorgaat – is Victoria alleenstaand moeder van een zoon van zes en heeft ze een fulltime baan als directeur van het plaatselijke Diagnostische Centrum. Ze studeerde af als immunoloog aan de medische faculteit en was jarenlang kinderarts. Nu is ze een van de coördinatoren van Help het Leger, een van de tien grote vrijwilligersgroeperingen in Charkov die de strijdkrachten ondersteunen.
Victoria’s voornaamste bezigheid: geld, medische apparatuur en geneesmiddelen verzamelen en zorgen dat die op de juiste bestemming komen. Haar werk concentreert zich op de duizend patiënten van het militaire ziekenhuis, dat de laatste maanden altijd vol is. Ook is ze betrokken bij het plaatselijke brandwondencentrum, waar veel soldaten terechtkomen, en het veldhospitaal aan het front.
In de klinieken is gebrek aan alles. De overheid is niet in staat het ziekenhuis van het nodige te voorzien, dus doen familieleden en vrijwilligers het zelf. Via Facebook vragen ze om geld, kleding en bedden. Op straat wordt gecollecteerd voor de behandeling; zorgverzekeringen kent men niet in Oekraïne. ‘Voor Anton heb ik vijftigduizend euro bij elkaar gesprokkeld. Daarmee konden we hem naar een Oostenrijks ziekenhuis vervoeren. Er is nog honderdduizend euro nodig.’

Men richtte op de benen
Haar ervaringen in het ziekenhuis vertellen Victoria over een uitzichtloze oorlog die elke week gruwelijker wordt. Sinds twee maanden arriveren er gemiddeld honderd gewonde soldaten per dag in Charkov. Ook nu, tijdens de wapenstilstand, gaat de aanvoer door. ‘Afgelopen nacht kwamen er tachtig soldaten binnen,’ zegt Victoria. ‘Er is geen wapenstilstand. De oorlog is nog lang niet voorbij.’
Ook de verwondingen van de soldaten worden ernstiger. Begin mei begon het Oekraïense leger de Antiterroristische Operatie (ATO) tegen de separatisten die de nabijgelegen stad Slavjansk bezet hielden. De eerste gewonden hadden vooral schotwonden aan armen en benen, vertelt Victoria. ‘Men schoot om de tegenstander uit te schakelen, niet om te doden. Maar drie weken later was de oorlog al veel gemener. Men richtte op de benen, om vervolgens de soldaten die de gewonden van het slagveld kwamen slepen te kunnen doden.’
In juni begon het grove geschut, de artillerieoorlog. Granaatscherven maken grote en diepe wonden; armen en benen werden afgerukt, er was dringend behoefde aan protheses. ‘Vanaf half augustus begon het schieten van over de grens, vanuit Rusland, met nog grotere raketten,’ zegt Victoria. ‘Sommige jongens zijn voor tachtig procent verbrand. Zij hebben geen kans te overleven.’

Vrijwilligerswerk is nieuw
Begin mei was Victoria de enige die haar hand opstak toen de coördinatoren van Help het Leger een vrijwilliger moesten kiezen voor het militaire ziekenhuis. ‘Niemand durfde het aan,’ zegt Natalia, een andere coördinator van de activisten. ‘We wisten dat er veel gewonde soldaten zouden komen. Victoria is dokter, zij was de enige die het kon doen – maar ze had het niet hoeven doen. Ze heeft een fulltime baan en een kind.’
Het werk van Victoria Milutina is vooral emotioneel zwaar, zegt Natalia. Twee weken geleden belandde een verminkte jongen in het brandwondencentrum. De moeder van de jongen reisde naar Charkov, maar ze was te laat: haar zoon overleed nog dezelfde dag. ‘Victoria herkende de naam van de vrouw en wist dat diezelfde moeder een paar weken eerder haar andere zoon had verloren in de oorlog. Niemand durfde haar het slechte nieuws te vertellen, ook ik niet. Victoria deed het. Als zij het niet doet, doet niemand het.’
Ondanks de inzet voor haar land heeft Victoria geen Oekraïens bloed. Ze kwam ter wereld op het eiland Sachalin, in het uiterste oosten van de Sovjet-Unie. Haar vader komt uit Koersk, West-Rusland, en haar moeder is Siberische. Omdat haar vader in het leger zat, verhuisden ze regelmatig. Victoria bracht haar schoolperiode door in het westen van Oekraïne, waar het nationalisme stevig werd onderdrukt door de Sovjets.
‘Ondanks de Sovjetoverheersing brachten mijn ouders me de begrippen vrijheid en verantwoordelijkheid bij,’ vertelt Victoria. Een zelfstandig Oekraïne ziet ze als garantie voor de toekomst van haar kind. ‘De afgelopen twintig jaar heeft ons land zich niet zelfstandig kunnen ontwikkelen. De Oekraïense identiteit wordt nu geboren, en dat gaat gepaard met barensweeën. Dat doet pijn.’
Victoria is representant van de huidige vrijwilligersrevolutie in Oekraïne, zegt collega Natalia. ‘Voor West-Europeanen is het van­zelfsprekend om met onbetaald werk bij te dragen aan de samenleving. Amerikanen besteden zelfs drie uur per week aan vrijwilligerswerk. Maar in een post-Sovjetland als ­Oekraïne is dit volkomen nieuw.’

Bureaucratie
Met het groeiende aantal actieve burgers worden de eisen van vrijwilligersorganisaties aan de lokale autoriteiten brutaler. Anderhalve maand geleden werd Victoria namens de vrijwilligers benoemd tot adviseur van de gouverneur van Charkov. Dat gebeurde niet op initiatief van de lokale overheid, maar op initiatief van Victoria zelf. ‘We gijzelden de gouverneur om ons tot adviseur te benoemen. Hij protesteerde niet eens,’ grapt ze.
Sinds de benoeming maakte ze korte metten met de bureaucratie. Zo regelde ze hoogstpersoonlijk dat de ambulances uit de regio Charkov nu ook de provinciegrens over kunnen om gewonde burgers uit het strijdgebied op te halen. Dat was tot voor kort wettelijk niet toegestaan en niemand had eraan gedacht die regel te veranderen.
Het betekende de redding voor een 29-jarige moeder van twee kinderen in de stad Artemovsk, middenin het oorlogsgebied. De voet van de vrouw was verbrijzeld door een mortiergranaat. De dokter van het lokale ziekenhuis wist geen andere oplossing dan het hele been te amputeren. Dat kwam Victoria ter ore. Ze belde de gouverneur om opdracht te geven een ambulance te sturen en belde de dokter in Artemovsk om zijn patiënt te laten gaan. ‘Ze weten wie ik ben omdat zij werken met de medicijnen die ik hun gebracht heb. De vrouw kon geopereerd worden en heeft nu een prothese.’

De dood is dichtbij
Naast haar werk in het lokale ziekenhuis is Victoria ook verbonden aan het veldhospitaal, dat zich in de strijdzone bevindt – ‘altijd op een geheime plek, want een dankbaar doel voor beschietingen.’ Met haar auto volgeladen met spullen reist ze door gevaarlijk gebied. In de verte ziet ze de rook van de mortieren en hoort ze de geluiden van mitrailleurvuur. Enkele kilometers voor het gevechtsgebied stopt ze om haar spullen af te geven. ‘Op die tochten leer ik mezelf goed kennen. Zo weet ik nu hoe ik reageer als ik plotseling een schuilkelder in moet. Dan raak ik niet in paniek en zoek ik naar een matras en water om het een tijdje vol te kunnen houden als het nodig is.’
De dood is dichtbij. Onlangs passeerde ze een stadje waar juist een mortieraanval had plaatsgevonden. Op straat lag het lichaam van een meisje van een jaar of tien. Haar hoofdje lag enkele meters verderop. ‘Huilen ging niet, want we moesten ons werk doen,’ zegt Victoria. ‘Pas later kon ik mijn tranen laten gaan. De mannen die bij me waren, zijn veel gewend, maar ook zij huilden als kleine kinderen.’

Woede kanaliseren
Naarmate de oorlog voortduurt, huilt Victoria minder, zegt ze. ‘Dat is slecht. Huilen is een nuttig mechanisme om je gevoel te uiten. Maar vaak kan het niet.’ De weduwe van een omgekomen soldaat, een vriend van Victoria, vroeg de aanwezigen op de begrafenis uitdrukkelijk niet te huilen. ‘Dat was vreselijk moeilijk. De volgende dag huilde ik de hele dag.’
In plaats van huilen komt de woede. ‘Toen de wapenstilstand net begonnen was, deden de Russen een aanval. Ze doodden twintig van onze soldaten en namen er elf gevangen. In de dagen erna werd afgesproken krijgsgevan­genen en gesneuvelden uit te wisselen. Zij leverden eenendertig lichamen – ik heb zelf de kisten moeten bestellen. Elf van onze krijgsgevangenen hebben ze gedood. Een van hen kende ik goed. Zijn bijnaam was “grizzly”, omdat het een grote man was. Hij was begin dertig, een manager en Maidan-demonstrant. Ze vermoorden de beste mensen van ons volk.’
Om de woede te kanaliseren, is Victoria nog actiever dan ze al was. Fanatiek probeert ze de samenwerking tussen de autoriteiten en de vrijwilligers te verbeteren. Ze bemoeit zich nu ook met de verdediging van Charkov. ‘We willen loopgraven tussen de stad en het front om de Russen tegen te houden. Maar de overheid werkte niet mee. Dus heb ik de gouverneur gebeld en ben ik begonnen mensen te organiseren. Afgelopen weekend zijn de eerste loopgraven gegraven, met toestemming van de autoriteiten.’

Hoop op vrede
Onder de bezielende leiding van Victoria Milutina vergadert de vrijwilligersbeweging over deelname aan de parlementsverkiezingen van eind oktober. ‘Ik probeer gewone mensen te motiveren om deel te nemen aan debatten en te kiezen voor mensen die hen werkelijk representeren.’ 
De situatie in Charkov baart Victoria zorgen. ‘Er zijn honderdvijftigduizend vluchtelingen in en rond de stad. Zij hebben geen werk en kunnen op het verkeerde pad terechtkomen. Het is de vraag hoe lang de inwoners solidair zijn met hen.’ 
De grote angst van Victoria? ‘Dat straks zal blijken dat al mijn opofferingen voor niets zijn geweest en dat mijn jongens voor niets zijn gestorven. Wij weten de waarheid over de oorlog niet, president Porosjenko wel. Maar we hebben geen keus, we moeten de regering geloven. We vechten in de oorlog en bouwen tegelijkertijd aan ons land.
Mijn hoop is dat Oekraïne zal winnen. Vrijheid is het belangrijkste in het leven: het vermogen om onafhankelijk beslissingen te nemen en je leven in te richten zoals je dat zelf wilt. Ik hoop op vrede, maar ik ben realist. Alleen onze Oekraïense patriottische geest is niet genoeg; we hebben hulp van buiten nodig. Maar ik begrijp dat Europa bang is voor een koude winter. Rusland zal niet gauw veranderen. We zien tekenen dat zij de wapenstilstand gebruiken om een nieuwe aanval voor te bereiden. Dan loopt ook Europa gevaar.
De oorlog brengt me vriendschap met goede mensen. Zij zorgen voor me. De komende weken moet ik gezond blijven. Elke zomer reis ik naar de Rode Zee of naar Kroatië om te duiken. Nu stond de situatie het me niet toe. Ik plan nu een week in november. Tenslotte heeft niemand iets aan een vrijwilliger die moe is.’

Voeg toe aan Facebook Voeg toe aan Print Page Voeg toe aan Twitter